-
1 wedded couple
-
2 wed
v. trouwen (met), huwen (met); in de echt verbinden; in (natuur) opgaan[ wed] 〈 wedded, voltooid deelwoord ook wed〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 paren♦voorbeelden:1 wed to • paren/koppelen aan -
3 judicial separation
n. juridische echtscheiding, echtscheiding voor de wet; wettelijke verordening die de rechten en verantwoordelijkheden van een getrouwd paar die gescheiden wonen regelen -
4 newlywed
n. net getrouwd paar -
5 common law marriage
n. huwelijk dat niet niet kerkelijk of burgerlijk gesloten is maar door het paar bekendgemaakt en op onderlinge overeenkomst gebaseerd is zich als getrouwd te beschouwen en gebaseerd is op het als man en vrouw samenleven -
6 happy couple
het gelukkige paar (net-getrouwd echtpaar, bruid en bruidegom)
См. также в других словарях:
Hure — 1. Alte Hure und neuer Wirth scheren am schärfsten. – Winckler, I, 58. 2. Alte Huren, fleissige Kirchgängerinnen. Holl.: Oude hoeren kruipen vlak onder den preêkstoel. (Harrebomée, I, 312.) 3. Alte Huren sind der Buhler beste Boten. – Eiselein,… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon